Zelfdisruptie: waarom dit sommige bedrijven beter lukt dan andere.

Groeistrategie

Microsoft transformeerde enkele jaren geleden het eigen business model: van het eenmalig verkopen van software via een licentieproduct, naar het bieden van abonnementen op software en cloud-oplossingen. Microsoft was en blijft een van de meest waardevolle bedrijven ter wereld. Hoe is Microsoft in staat disruptieve innovaties succesvol te omarmen?

‘Zelfdisruptie’ door transformatie van het business model gaat gepaard met onzekerheden, omdat niet precies duidelijk is wat de kosten en baten hiervan zullen zijn. Uit onderzoek van Kapoor en Eklund blijkt dat sommige partijen meer succesvol zijn in zelfdisruptie dan andere partijen. Zij hebben ontdekt dat het succes hiervan afhankelijk is van twee factoren, namelijk:

  1. De mate waarin de bezittingen (activa) van een bedrijf zijn verstrengeld in de traditionele markt.
  2. De mate waarin de markt competitief is.

De onderzoekers stellen dat hoe sterker de bezittingen (activa) zijn verstrengeld in de traditionele markt en hoe competitiever de markt is, des te moeilijker zal zelfdisruptie voor een organisatie zijn. Als voorbeeld geven zij dat zelfdisruptie voor een autoproducent zoals General Motors moeilijker zal zijn dan voor een softwareontwikkelaar zoals Microsoft. General Motors heeft namelijk grote investeringen gedaan in fabrieken en productieprocessen en heeft te maken met stevige concurrentie van andere autoproducenten. Met software is Microsoft flexibeler om het business model aan te passen en bovendien heeft Microsoft te maken met een nauwelijks competitieve markt, waarin zij vaak al het grootste marktaandeel hebben. Hiermee schetsen de auteurs een model dat helpt te begrijpen waarom sommige bedrijven beter in staat zijn om disruptieve innovaties te omarmen dan andere.